Ruim gewoon eens lekker op…

Ruim gewoon eens lekker op…

Mensen met een rommelige werkplek zijn creatief. Rondslingerende boeken, stapels printjes, ingedroogde koffiekopjes en een inbox met 1486 mailtjes stimuleren het creatieve brein.
Niet bij mij… Ik ben juist zo iemand met een (haast) klinisch opgeruimde werkplek. Één blik over m’n lege witte bureau geeft rust. Ontspanning. Als ik Einstein daarentegen moet geloven: “If a cluttered desk is a sign of a cluttered mind, of what, then, is an empty desk a sign?“, is het tijd om me zorgen te gaan maken. Betekent dit dat mijn geest even leeg is als mijn werkplek? Als een bodemloze, ideeënloze put?

Tuurlijk ben ook ik in sommige dingen uitermate rommelig en kan ik een lokale chaos creëren alsof de explosieve opruimingsdienst net te laat ter plekke was, maar over het algemeen is mijn werkplek een onbewust toonbeeld van cleandesk policy. Opgeruimd en georganiseerd.

De mens is van nature geneigd te ordenen. Zelfs de grootste rommelkont zal tevergeefs blijven proberen te categoriseren. Van kinds af aan is ordening onderdeel van het ontwikkelen van onze cognitieve competenties, zoals het ordenen en categoriseren van vormen, maar ook ruimte en tijd (nu, later, over twaalf nachtjes). Daarnaast heeft van oudsher een opgeruimd persoon een goede reputatie.
De staat waarin je bureau verkeert beïnvloedt ook de manier waarop collega’s over je denken, blijkt uit een enquête van Adecco. Vijfenveertig procent van de ondervraagde werknemers geeft aan hun collega’s positief te beoordelen als ze er geen bende van maken op hun werkplek.

Een opgeruimd bureau heeft zo z’n voordelen. Behalve dat je niet hoeft te zoeken naar je pen of toetsenbord leidt een opgeruimde werkplek ertoe dat je specifieke taken doelgerichter kunt uitvoeren, blijkt uit onderzoek gepubliceerd in Psychological Science.

Maar toch, écht tof kom je niet over als neurotisch schoonmakende en georganiseerde collega. Want de multi-taskende chaoot, het creatieve warhoofd met een verzameling vuile vaat waar menig student jaloers op is, is natuurlijk veel hipper en interessanter.

Dus mocht je er op je bureau ook vaak een rommeltje van maken, goed nieuws: je hoeft je helemaal niet te schamen! Jij met je rommeltje bent creatiever en krijgt meer voor elkaar. Aldus econoom Tim Harford en schrijver van Messy: The Power of Disorder to Transform Our Lives, die het boek schreef als een ode aan chaos in een overgeorganiseerde wereld.
Er is volgens Harford niks mis met een bureau vol spullen: een rommelig bureau is niet beter of slechter dan een leeg bureau. Het staat voor een andere werkwijze. Op het rommelige bureau ligt namelijk in het zicht wat er nog moet gebeuren en iemand met een opgeruimde werkplek zal een to do-lijstje hebben.

Waar het boek Messy pas echt interessant wordt is wanneer Harford de oorzaken- en gevolgen aanhaalt van cleandesk policies (het bureau moet te allen tijde leeg achtergelaten worden) en lean offices (het ‘lege’ kantoor), waarmee kantoren zo efficiënt mogelijk zouden moeten worden ingericht. Veelal op aandringen van de werkgever of (interieur)architect. Hij verwijst dan ook naar George Harris, schrijver van ‘Psychology Today’, die in 1977 al exact zijn vinger op de zere plek wist te leggen: “The office is a highly personal tool shop, often the home of the soul… this fact may sound simple, but it eludes most architects. They have a mania for uniformity, in space as in furniture, and a horror over how the messy side of human nature clutters up an office landscape that would otherwise be as tidy as a national cemetery.”

Volgens Harford is het opleggen van opruimen en ordenen van de werkplek niet altijd ten behoeve van productiviteit. Er kan wel degelijk in chaos worden gefunctioneerd, veel meer dan dat men zou verwachten. Door letterlijk ruimte te laten voor iemands werkwijze en soms dus rommel, kan chaos leiden tot cutting-edge (en creatieve) oplossingen.

Uiteindelijk is Messy een oproep om wakker en attent te blijven in een tijd van toenemende automatisering en passiviteit. In een wereld waar cleandesk-policies werknemers de mogelijkheden ontneemt hun zintuigen te gebruiken en te improviseren.

Dus doe eens gek: laat je werkplek voor wat ie is… Niets meer dan een hulpmiddel om (aan) te kunnen werken.

Fotografie: ‘Opruimen, dat is de kunst!’, Ursus Wehrli
Bronnen: timharford.com, psychologicalscience.org, jouta.com, paramountinteriors.com, ideas.ted.com, want.nl, nrc.nl, fd.nl/fd-persoonlijk